Hymnen
In zijn lijden riep de blinde Bar Timeüs tot Jezus, de Bron van al het goede: “Heer, Zoon van David, erbarm u over mij en schenk mijn pupillen licht.
Is het eerlijk dat ik in duisternis verkeer, terwijl U het Ware Licht bent? Ik erken dat u barmhartig bent en rijk aan geestelijke gaven.
Sinds ik geboren werd heb ik geen pupillen, verstoken als ik ben van het aangename licht: Maak ramen voor het huis dat u hebt gebouwd, o wijze Architect!
Zoon van de Goede, die door het maken van ramen de ogen van blinden hebt geopend: geef in uw erbarmen leven en verlossing aan wie met uw levende naam zijn getekend.
ܒܚܰܫܳܐ ܓܥܳܐ ܣܰܡܝܳܐ ܒܰܪ ܛܺܝܡܰܝ: ܠܝܶܫܽܘܥ ܢܶܒܥܳܐ ܕܛܳܒ̈ܳܬܳܐ. ܡܳܪܝ ܒܰܪ ܕܰܘܺܝܕ ܪܰܚܶܡܥܠܰܝ: ܘܫܰܟܶܢ ܢܽܘܗܪܳܐ ܠܒܳܒ̈ܳܬܳܐ܀
ܦܰܐܝܳܐ ܗܝ ܟܰܝ ܕܶܐܗܘܶܐ ܒܥܰܡܛܳܢܳܐ: ܘܰܐܢܬ ܗܘ ܢܽܘܗܪܳܐ ܫܰܪܺܝܪܳܐ. ܡܰܘܕܶܐ ܐܢܳܐ ܕܺܐܝܬܰܝܟ ܚܰܢܳܢܳܐ: ܘܰܒܫܽܘܟܳܢ̈ܶܐ ܥܰܬܺܝܪܳܐ܀
ܡܶܢ ܕܶܐܬܝܰܠܕܶܬ ܒܳܒ̈ܳܬܳܐ ܠܰܝܬ: ܓܠܺܝܙ ܡܶܢ ܢܽܘܗܪܳܐ ܒܰܣܺܝܡܳܐ. ܬܰܩܶܢ ܟܰܘ̈ܶܐ ܠܒܰܝܬܳܐ ܕܰܒܢܰܝܬ: ܐܳܘ ܐܰܪܕܺܟܠܳܐ ܚܰܟܺܝܡܳܐ܀
ܒܰܪ ܛܳܒܳܐ ܕܰܒܝܰܕ ܬܽܘܩܳܢܳܐ: ܦܰܬܰܚ ܥܰܝܢ̈ܶܐ ܕܰܣܡܰܝ̈ܳܐ. ܦܩܽܘܕ ܒܪ̈ܰܚܡܰܝܟ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܦܽܘܪܩܳܢܳܐ: ܠܰܪ̈ܫܺܝܡܰܝ ܒܰܫܡܳܟ ܚܰܝܳܐ܀