Hymnen
Degene voor wie de engelen beducht zijn om Hem te aanschouwen; zie ik in de gedaante van brood en wijn op tafel.
Wanneer degene die bedekt zijn met bliksems Hem aanschouwen, worden ze door Hem verzengd; maar het gezicht van de gehate stof wordt helder wanneer het Hem nuttigt.
De geheimenissen van de Zoon zijn vuur voor de hemellingen; ook Jesaja, die hen gezien heeft, legt daar voor ons getuigenis af.
Deze geheimen die verbleven in de schoot van de Godheid; worden uitgedeeld aan de Tafel aan de kinderen van Adam.
Het altaar staat zoals de wagen van de Cherubijnen; en is omgeven door de krachten van de hemellingen.
Zie op de Tafel is geplaatst het Lichaam van de Zoon van God; en de kinderen van Adam dragen Hem rond in hun handen.
In plaats van een man die gekleed is met fijne linnen staat de priester; die edelstenen uitbrengt over de behoeftigen.
Had er afgunst bestaan onder de engelen; dan waren de Cherubijnen nabij geweest om de mensen te benijden.
Waar Sion het hout geplant heeft om de Zoon te kruisigen; daar is ontsproten de boom die het Lam voortgebracht heeft.
Waar de spijkers werden genageld in de handen van de Zoon; daar ook werd opnieuw het offer van Izaak opgedragen.
Kom in vrede priester die draagt de geheimenissen; en met zijn rechterhand levens uitdeelt aan de mensen.
Kom in vrede priester die draagt het zuivere wierookvat; en die de welriekende geur verspreidt over het hele volk.
Kom in vrede priester die in overvloed de heilige Geest aanwezig laat zijn; en met zijn tong draagt hij de sleutels van het Huis van God.
Kom in vrede priester die de mensen in de diepte laat verbinden; de Heer verbindt hen in den hoge, halleluja.
Kom in vrede priester die de mensen op aarde vergeeft; en de Heer in den hoge, Hij zou hen vergeven, kyrieleison.
Eer zij de Heer, over u zij ontferming en voor mij vergeving; en ter gedachtenis aan kerkleraar St. Jakobus.
ܗܰܘ ܕܢܽܘܪ̈ܳܢܶܐ ܙܳܝܥܺܝܢ ܡܶܢܶܗ ܕܰܢܚܽܘܪܽܘܢ ܒܶܗ: ܒܠܰܚܡܳܐ ܘܚܰܡܪܳܐ ܠܶܗ ܗ̱ܽܘ ܚܳܙܶܝܬ ܥܰܠ ܦܳܬ̣ܽܘܪܳܐ܀
ܥܛܺܝ̈ܦܰܝ ܒܰܪ̈ܩܶܐ ܐܶܢ ܚܳܙܶܝܢ ܠܶܗ ܝܳܩܕܺܝܢ ܡܶܢܶܗ: ܘܥܰܦܪܳܐ ܫܺܝܛܳܐ ܓܰܠܝ̈ܳܢ ܐܰܦܰܘ̈ܗ̱ܝ ܟܰܕ ܐܳܟ̣ܶܠ ܠܶܗ܀
ܐ̱ܪ̈ܳܙܰܘܗ̱ܝ ܕܰܒܪܳܐ ܢܽܘܪܳܐ ܐܶܢܽܘܢ ܒܶܝܬ̣ ܥܶܠܳܝ̈ܶܐ: ܣܳܗܶܕ ܥܰܡܰܢ ܐܳܦ ܐܶܫܰܥܝܳܐ ܕܰܚܙܳܐ ܐܶܢܽܘܢ܀
ܗܳܠܶܝܢ ܐ̱ܪ̈ܳܙܶܐ ܕܐܺܝܬ̣ ܗ̱ܘܳܐ ܒܥܽܘܒܳܿܗܿ ܕܐܰܠܳܗܽܘܬ̣ܳܐ: ܥܰܠ ܦܳܬ̣ܽܘܪܳܐ ܗܳܐ ܡܶܬ̣ܦܰܠܓ̣ܺܝܢ ܠܝܰܠܕܰܘ̈ܗ̱ܝ ܕܐܳܕܳܡ܀
ܡܰܬ̣ܩܰܢ ܡܰܕܒܚܳܐ ܐܰܝܟ ܡܰܪܟܰܒܬ̣ܳܐ ܗܳܝ ܕܰܟܪ̈ܽܘܒܶܐ: ܘܰܟܪܺܝܟ̣ܺܝܢ ܠܶܗ ܚܰܝ̈ܠܰܘܳܬ̣ܳܐ ܕܰܫܡܰܝܳܢ̈ܐ܀
ܥܰܠ ܦܳܬ̣ܽܘܪܳܐ ܗܳܐ ܣܺܝܡ ܦܰܓ̣ܪܶܗ ܕܒܰܪ ܐܰܠܳܗܳܐ: ܘܰܡܙܰܝـܚܺـܝܢ ܠܶܗ ܝܰܠܕܰܘ̈ܗ̱ܝ ܕܐܳܕܳܡ ܥܰܠ ܐܺܝ̈ܕܰܝܗܽܘܢ܀
ܘܰܚܠܳܦ ܓܰܒܪܳܐ ܕܰܠܒܺܝܫ ܒܽܘܨܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܩܳܐܶܡ: ܕܢܰܦܶܩ ܢܶܕܪ̈ܶܐ ܡܰܪ̈ܓܳܢܝܳܬ̣ܳܐ ܥܰܠ ܚܰܣܺܝܪ̈ܶܐ܀
ܐܶܠܽܘ ܐܺܝܬ̣ ܗ̱ܘܳܐ ܚܣܳܡܳܐ ܬܰܡܳܢ ܒܰܝܢܳܬ̣ ܥܺܝܪ̈ܶܐ: ܟܪ̈ܽܘܒܶܐ ܠܡܶܚܣܰܡ ܒܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ ܩܰܪܺܝܒܺܝܢ ܗ̱ܘܰܘ܀
ܐܰܝܟܳܐ ܕܨܶܗܝܽܘܢ ܩܶܒܥܰܬ̣݀ ܩܰܝܣܳܐ ܕܬܶܨܠܽܘܒܝ̱ ܠܰܒܪܳܐ: ܬܰܡܳܢ ܝܺܥܳܐ ܗܰܘ ܐܺܝܠܳܢܳܐ ܕܐܰܘܠܶܕ ܐܶܡܪܳܐ܀
ܐܰܝܟܳܐ ܕ̈ܨܶܨܶܐ ܒܺܐܝ̈ܕܰܘܗ̱ܝ ܕܰܒܪܳܐ ܐܶܬ̣ܩܰܒܰܥܘ ܗ̱ܘܰܘ: ܐܳܦ ܬܰܡܳܢ ܬܽܘܒ ܦܟ̣ܳܪ̈ܰܘܗ̱ܝ ܕܐܺܝܣܚܳܦ ܐܶܬ̣ܩܰܪܰܒܘ̱ ܗ̱ܘܰܘ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܰܛܥܺܝܢ ܐ̱ܪ̈ܳܙܰܝ ܡܳܪܶܗ: ܘܰܒܝܰܡܺܝܢܶܗ ܚܰܝ̈ܶܐ ܡܦܰܠܶܓ̣ ܠܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܰܛܥܺܝܢ ܦܺܝܪܡܳܐ ܕܰܟ̣ܝܳܐ: ܘܡܰܥܛܰܪ ܪܺܝܚܶܗ ܘܰܡܒܰܣܶܡ ܠܶܗ ܠܥܳܠܡܳܐ ܡܶܢܶܗ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܪܰܒܝܰܬ̣݀ ܪܽܘܚܳܐ ܕܩܽܘܕܫܳܐ: ܘܰܒܠܶܫܳܢܶܗ ܛܥܺܝܢ ܠܰܩܠܺܝ̈ܕܶܐ ܕܒܶܝܬ̣ ܐܰܠܳܗܳܐ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܐܳܣܰܪ ܐ̱ܢܳܫ̈ܳܐ ܒܥܽܘܡܩܳܐ: ܡܳܪܝܳܐ ܒܪܰܘܡܳܐ ܗܽܘ ܐܳܣܰܪ ܠܗܽܘܢ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܫܳܪܶܐ ܐ̱ܢܳܫ̈ܳܐ ܒܰܪܥܳܐ: ܘܡܳܪܝܳܐ ܒܪܰܘܡܳܐ ܗܽܘ ܫܳܪܶܐ ܠܗܽܘܢ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
ܠܡܳܪܝܳܐ ܫܽܘܒܚܳܐ ܥܠܰܝܟܽܘܢ ܪ̈ܰܚܡܶܐ ܘܠܺܝ ܚܽܘܣܳܝܳܐ: ܘܰܠܡܳܪܝ̱ ܝܰܝܩܽܘܒ ܗܰܘ ܡܰܠܦܳܢܳܐ ܢܗܶܐ ܕܽܘܟ̣ܪܳܢܳܐ܀