Hymnen

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

ܐ ܒ ܓ ܕ ܗ ܘ ܙ ܚ ܛ ܝ ܟ ܠ ܡ ܢ ܣ ܥ ܦ ܨ ܩ ܪ ܫ ܬ


Qolo Shgeb wo yawsef:
ܩܠܐ ܫܟܒ ܗܘܐ ܝܘܣܦ

Jozef sliep en zijn hart was verdeeld over de zwangerschap van zijn verloofde Maria. Hij overwoog om haar in het geheim te verlaten en rust te vinden door de stem van zijn geweten.

Vanuit de schoot beval Hij – die met Zijn gebaar over de wereld heerst – de vurige engel om uit de hemel neer te dalen en om de verdeeldheid van Davids’ zoon weg te nemen.

Hij sloeg zijn vleugels, bliksemschichten flitsten en de rechtschapene beefde in zijn bed. Hij [de engel] opende zijn mond sprak woorden als vurige kolen en verbrandden de doornstruik van zijn [Jozefs] zorg.

Gezegend is de Goede die in de schoot verbleef en wiens pracht de cherubijnen met ontzag inspireert. Gezegend is het teken dat Jozef geruststelde over de zwangerschap die vol zaligheid is.

ܫܟܶܒ ܗܘܳܐ ܝܰܘܣܶܦ ܘܠܶܒܶܗ ܦܠܺܝ̣ܓ ܥܰܠ ܒܰܛܢܳܐ ܕܡܰܪܝܰܡ ܡܟܺܝܪܬܶܗ. ܘܡܶܬܚܰܫܰܒ ܕܢܶܫܪܶܝܗ̇ ܒܟܶܣܝܳܐ: ܘܢܶܬܬܢܺܝܚ ܡܶܢ ܩܳܠܳܐ ܕܬܺܐܪܬܶܗ܀

ܦܩܰܕ ܡܶܢ ܟܰܪܣܳܐ ܠܢܽܘܪܳܢܳܐ: ܗܰܘ ܕܪܶܡܙܶܗ ܠܥܳܠܡܳܐ ܐܰܚܺܝܕ. ܕܢܶܚܽܘܬ ܡܶܢ ܪܰܘܡܳܐ ܘܢܶܫܪܶܐ: ܦܠܺܝܓܽܘܬ ܠܶܒܶܗ ܕܒܰܪ ܕܰܘܺܝܕ܀

ܛܪܰܦ ܓܶܦܰܘ̈ܗܝ ܘܰܐܙܠܶܓܘ ܒܰܪ̈ܩܶܐ: ܘܰܪܥܶܠ ܟܺܐܢܳܐ ܒܬܰܫܘܺܝܬܶܗ. ܦܬܰܚ ܦܽܘܡܶܗ ܘܰܐܬܰܪ ܓܽܘܡܪ̈ܶܐ: ܘܰܐܘܩܶܕ̈ܝ ܝܰܥܪܳܐ ܕܡܰܪܢܺܝ̣ܬܶܗ܀

ܒܪܺܝܟ ܛܳܒܳܐ ܕܰܫܪܳܐ ܒܟܰܪܣܳܐ: ܘܙܺܝܘܶܗ ܡܰܪܗܶܒ ܠܰܟܪ̈ܽܘܒܶܐ. ܒܪܺܝܟ ܪܶܡܙܳܐ ܕܫܰܝܶܢ ܠܝܰܘܣܶܦ: ܥܰܠ ܒܰܛܢܳܐ ܕܡܰܠܝܰܬ ܛܽܘ̈ܒܶܐ܀


Shgeb wo yawsef u-lebe flig 'al batno d-maryam mgirte.
U-methhashab d-neshre b-kesyo u-nethnih men qolo d-tirte.

 

Fqad men karso l-nurono, haw d-remze l-'olmo ahid.
D-nehuth men rawmo u-neshre fliguth lebe d-bar dawid.

 

Traf gefaw wazleg barqe, war'el kino b-tashwithe.
Ftah fume w-athar gumre wawqed ya'ro d-marnithe.

 

Brig tobo dashro b-karso u-ziwe marheb la-krube
Brig remzo d-shayen l-yawsef 'al batno d-malyath tube.


← Terug